29 september 2017

De makkelijke weg

... toen ik na anderhalf uur in razende ondergrondsche treinen, snikheete bussen en propvolle straten nog geen van de adressen gevonden had, heb ik mijn loodzwaren koffer den eersten den besten hotelportier in de handen geduwd en een kamer genomen. Dat het toevallig een paleis van een hotel was liet me ijskoud ...

(Rendez-vous in San Francisco, pagina 24)


Hoofdpijn

Ik herken dat. Dat je soms even helemaal geen puf meer hebt om voor de goedkope oplossing te gaan. Vorige week nog. Meneer was ziek, waardoor ik in m’n eentje voor eten en afwas had moeten zorgen. In dat laatste had ik geen zin gehad dus na een halfdoorwaakte nacht –ik slaap niet zo goed met een rochelend en dampend lijf naast me- veegde ik de uienschillen in de prullenbak om een schoon stukje aanrecht te creëren om een boterham te kunnen maken (die half uit elkaar viel, want door mijn eigen ongeduld te warm gesneden in de winkel).
Voelde ik daar iets van dezelfde rochelhoest opkomen die Meneer ook had? Ik had in ieder geval hoofdpijn.

Natte handdoeken

Ik nam een paracetamol en ging aan het werk bij de buren, want er kwamen nieuwe gasten aan. Op zich hadden de vorige gasten het huis netjes achter gelaten, maar dat ze de handdoeken in de week hadden gezet was naast mysterieus (waarom?? niet te veel over nadenken) licht onhandig. De wasmachine staat twee verdiepingen lager en kletsnatte handdoeken gooi je niet door een achttiende-eeuws trappenhuis naar beneden. Dus sjouwde ik met een door water verzwaarde wasmand de steile trappen af. Verder verliep het daar normaal, maar het is toch al niet met m’n favoriete onderdeel van het B&B-gastvrouw zijn en in de staat waarin ik die ochtend verkeerde al helemaal niet.

Waar zouden we zijn?

Die middag moest ik ergens in het midden van het land zijn. Ik had best een stuk kunnen fietsen, maar ik had er echt geen zin in, checkte in en liet me lekker het hele stuk rijden door de machinist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten